Welke bollen kan ik planten?

Wilt u komend voorjaar weer vroeg kunnen genieten van bloeiende bloembollen ? Dan is het najaar de tijd om aan de slag  te gaan met bollen planten. Maar welke bollen kunt u het beste gebruiken? De keuze is enorm. Daarom hierbij wat tips.

Waar wilt u bollenplanten?

De plaats waar de bollen komen te staan, bepaalt natuurlijk in grote mate uw keuzemogelijkheden.

intensiviteit onderhoud

Op plaatsen die intensief onderhouden worden, zijn enkeljarige bollen op hun plaats. Deze zijn het eerste jaar op hun mooist. Ideaal dus voor mooie zichtlocaties, maar ook voor bloembakken.

Op minder intensief onderhouden plekken zijn meerjarige bloembollen prima te gebruiken. Deze bollen bloeien een aantal jaren achter elkaar, zonder dat ze verpoot hoeven te worden. Mooi voor in plantenborders in combinatie met bijvoorbeeld vaste planten.

Verwilderingsbollen zijn perfect op plaatsen waar heel weinig onderhoud wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld onder bomen en struiken. Deze bollen bloeien vóórdat de andere planten in blad zitten, en kunnen zo nog voldoende zonlicht vangen. Tegen de tijd dat de bomen en struiken veel schaduw werpen, zijn deze bolletjes al uitgebloeid.  Zoals de naam het al zegt, vermeerderen deze bollen gemakkelijk. Ze breiden zich steeds verder uit, en vormen dus elk jaar een groter bloementapijt.

Grondsoort

De meeste bollen zijn weinig kieskeurig voor wat betreft de grondsoort. Zeker voor het eerste jaar zit er al voldoende voeding in de bol zelf. Later kan een laagje bladaarde of ander verteerd organisch materiaal de bloei bevorderen. Wel vragen bollen een groend die goed waterdoorlatend is. Dit om rotting en schimmelvorming te voorkomen.

Tip: zitten er bij u veel muizen? Die zijn dol op bijvoorbeeld krokussen. Bescherm daarom deze bollen door fijn kippengaas boven de bollen in te graven, op ongeveer 3 centimeter diepte.

Wanneer kunt u bollen planten?

Voorjaarsbloeiers plant u in het najaar, en zomerbloeiers plant u in het voorjaar. In dit artikel behandelen we alleen de voorjaarbloeiers.
Deze kunnen geplant worden van september tot en met december, afhankelijk van hoe snel de kou inzet. Plant in elk geval wel vóór de eerste nachtvorst.

De echte vroege voorjaarsbloeiers kunnen het beste vroeg in het najaar geplant worden, dus rond september/oktober. De bollen kunnen dan nog goed wortelen voor de winter. Bij sommige soorten drogen de bolletjes makkelijk uit, bijvoorbeeld bij kievietsbloem. Deze bollen moeten dus ook zo snel mogelijk de grond in.

Voor de latere bloeiers is oktober/november een prima tijd om de bollen te planten.

Welke bloembollen hebben uw voorkeur?

Hieronder behandelen we de belangrijkste bollensoorten. Deze lijst is natuurlijk niet compleet, maar geeft u een idee van de mogelijkheden. We beginnen met de soorten die echt vroeg bloeien, dus in de periode januari-maart. Daarna volgen de voorjaarsbloeiers voor de periode april-juni.

Vroege voorjaarsbloeiers (januari – maart)

Door het vroege tijdstip van de bloei, lijkt de winter wat minder lang te duren. En voor veel insecten zijn vroeg bloeiende bollen een welkome voedselbron in een tijd, dat er verder nog niet veel stuifmeel of nectar te vinden is. Bollen planten helpt hen dus om het voorjaar door te komen.

• sneeuwklokje (Galanthus) : zeer vroege bloeier met sierlijke witte bloemen. Heeft voorkeur voor halfschaduw. Mooi voor verwildering onder bomen en struiken. Let op dat ze diep genoeg geplant worden ( ca. 10 centimeter)
• winterakoniet (Eranthis) . Dit is eigenlijk geen bol maar een wortelknol. De plant is een van de eerste bloeiers van het jaar met diepgele bloemen. De hoogte is slechts 5 – 10 centimeter. Standplaats mag niet te droog zijn.
• sterhyacint ( Scilla): kan zowel in zon als in lichte schaduw. Deze blauwbloeiende plantjes vermeerderen zich makkelijk door het maken van nieuwe bolletjes en door zaad. Standplaats mag niet te droog zijn.
• krokus (Crocus): voor zon en halfschaduw. Hoe meer beschut en zonniger de standplaats, hoe vroeger deze bollen bloeien. Krokussen zijn in allerlei kleuren te krijgen. Ze verwilderen makkelijk, bijvoorbeeld in gazons.

Overige voorjaarsbloeiers (april – juni)

De meeste soorten verdragen zowel zon als lichte schaduw. Maar enkele soorten hebben toch echt zeker de helft van de dag zon nodig.

voor zon en half schaduw

• anemoon (Anemone): door de voorkeur voor lichte schaduw zijn deze planten (wortelstokken) heel geschikt voor verwildering onder bomen en struiken. Maar enige zon wordt ook verdragen. Anemonen zijn in veel kleuren verkrijgbaar. In verband met het diepe wortelen van anemonen, is het aan te bevelen om de grond goed los te maken tot een diepte van 20 centimeter vóór het bollen planten.
• blauwe druif ( Muscari): makkelijke groeier met een voorkeur voor een zonnige standplaats, maar verdraagt ook enige schaduw. Geschikt voor verwildering.
• kievitsbloem (Fritillaria meleagris): heeft voorkeur voor vochtige grond met zon of halfschaduw. Kleuren variëren van wit naar roze en bruin.
• sierui (Allium): mooie sterke plant die in allerlei kleuren en maten te krijgen is. De meeste soorten vragen een zonnige standplaats, maar sommige soorten verdragen ook halfschaduw. Deze bollen blijven jaren achtereen goed bloeien. Sieruien zijn erg in trek bij allerlei insecten.
• sneeuwroem (Chionodaxa): Mooi voor verwildering op niet te droge plekken met halfschaduw. Vermeerdering vindt plaats door zaad.
• tulp ((Tulipa): er is geen bloembol waarvan zoveel soorten, kleuren en maten te vinden zijn als bij de tulp. U kunt de bollen planten in de zon of op een plek met lichte schaduw. De doorlatendheid van de grond moet goed zijn. De bollen kunnen enkele jaren achter elkaar bloeien, maar de grote van de planten en de bloemen neemt daarbij bij de meeste soorten wel af.

voor zon

• hyacint: deze bollen hebben zon nodig. Ze zijn in diverse kleuren te krijgen en kunnen een aantal jaren achter elkaar bloeien. Het formaat van de bloemtrossen kan daarbij wel teruglopen. De bloemen verspreiden een aangename geur.
• narcis (Narcissus): deze bollen vragen een zonnige standplaats. Door de vele soorten en ondersoorten is het mogelijk combinaties te maken die zes weken achtereen bloeien. Daarmee kan de narcis ook tot de vroege voorjaarsbloeiers gerekend worden. De narcis is ook goed geschikt voor verwildering. Enig nadeel is, dat het loof nog weken groen blijft na de bloei. Het blad mag pas verwijderd worden als het helemaal is afgestorven, anders heeft de bol het volgende jaar onvoldoende voeding om tot wasdom te komen.

 

Lees elders op onze website over het gebruik van bloembollen in het openbaar groen.